Biografie

Werken

Over Pernath

Archief

Over Pernath

[Hugues C. Pernath].
Foto […]. (Collectie Letterenhuis)

In deze lijst zijn hoofdzakelijk interviews en studies of essays opgenomen waarin een aspect van Pernaths poëzie wordt besproken. Occasioneel worden ook andere werken vermeld.



Anoniem 1966 | [Anoniem], ‘Leve Camille Huysmans. Hugues C. Pernath: “Ik ben geen partijmens”’, in: Haagse Post, 18 juni 1966.
Adams 1970 | Wilfried Adams, ‘Sintaktise stukturen bij Hugues C. Pernath’, in: Morgen: literair kreatief, krities & polemies tijdschrift, 4 (1970) 4 (september-oktober), p. 12-17.
Adams 1972 | Wilfried Adams, ‘Mijn gegeven woord’ van Hugues C. Pernath. Een syntaktische benadering. Leuven, 1972. (Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, KUL, Faculteit wijsbegeerte en letteren)
Adams 1976 | Wilfried Adams, ‘Mijn gegeven woord’ van Hugues C. Pernath. Een syntaktische benadering’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 29 (1976) 6-7 (juli-augustus), p. 468-479.
Adams 1981 | Wilfried Adams, ‘Van concentratie tot concertatie: de poëzie van H.C. Pernath’, in: Ons Erfdeel, 24 (1981) 4 (september-oktober), p. 560-568.
Adams 1983 | Wilfried Adams, ‘Hugues C. Pernath’, in: Koriander, 2 (1982-1983) 8 (februari 1983), p. 9-10.
Adé 1967 | Georges Adé, ‘Een eindeloos taalspel’, in: De Maand, 10 (1967) 1-2 (januari-februari), p. 46-50.
Adé 1975 | Georges Adé, ‘Hugues Pernath P.P.’, in: De Nieuwe, 13 juni 1975, p. 21.
Adé 1983 | Georges Adé, ‘Le langage de la solitude: la poésie de Hugues C. Pernath’, in: Septentrion, 12 (1983) 2 (september), p. 16-22.
Adriaens, Gerits & Willaert 1976 | M. Adriaens, J. Gerits en F. Willaert, ‘Een isotopische en psychoanalytische lectuur van Pernath’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 29 (1976) 6-7 (juli-augustus), p. 529-539.
Albers 1976 | Frank Albers, ‘Pernaths laatste interview’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 29 (1976) 6-7 (juli-augustus), p. 565-566.
Albers 1995 | Frank Albers, ‘In het wiel van Pernath’, in: Revolver, 22 (1995) 1, p. 35-41.
Albers 2008 | Frank Albers, ‘Pernath was het zat’, in: Knack, 31 maart 2008.
Appels 1980 | Georges Appels [= Joris Note], ‘Eenzaamheid, literatuur, politiek’, in: Heibel, 14 (1980) 3 (maart), p. 18-40.
Auwera 1969 | Fernand Auwera, ‘Hugues C. Pernath’, in: Schrijven of schieten? Interviews. Antwerpen-Utrecht: Standaard, 1969, p. 53-60.
Auwera 1976 | Fernand Auwera, ‘Ga maar eens dood’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 29 (1976) 6-7 (juli-augustus), p. 544-545.

B

Bartosik 1973 | Michel Bartosik, ‘Door het drieluik van de tijd heen (slot). De thematiek van Hugues C. Pernath’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 26 (1973) 4 (april), p. 479-502.
Bartosik 1980 | Michel Bartosik, ‘Hugues C. Pernath’, in: Kritisch lexicon van de moderne Nederlandstalige literatuur na 1945. Alphen aan den Rijn-Brussel/Groningen: Samsom/Wolters-Noordhoff, mei 1980, p. 1-12.
Bartosik & De Neef 1974 | Michel Bartosik en Roger de Neef, ‘De Jan Campert-Prijs voor Hugues C. Pernath. Poëzie is een erecode’, in: Spectator, 14 december 1974, p. 83-85.
Binnemans 1976 | Roger Binnemans, ‘De eerste sergeant Wouters te Mechelen’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 29 (1976) 6-7 (juli-augustus), p. 505.
Bloem 1974 | Rein Bloem, ‘Niet om te vergeten: poëzie van Pernath. Het lef van de retoriek’, in: Vrij Nederland, 12 oktober 1974.
Boon 1959 | Louis Paul Boon, ‘Het woord in de nieuwe poëzie’, in: Vooruit, 15 november 1959 (ook in: Louis Paul Boon, Het literatuur- en kunstkritische werk. IV Vooruit; bezorgd door K. Humbeeck e.a. Antwerpen: L.P. Boon-Documentatiecentrum, Universitaire Instelling Antwerpen, 1997, p. 1233-1236).
Boyens 1967 | J. Boyens, ‘Het verheven prevelen’, in: Raam, 4 (1967) 36, p. 78-80.
Brouwers 1975 | Jeroen Brouwers, ‘Exitus Hugues C. Pernath’, in: De Revisor, 2 (1975) 5 (november), p. 83-85 (ook in: Jeroen Brouwers, Mijn Vlaamse jaren. Verhalen, herinneringen, pamfletten, dagboekfragmenten, brieven. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1978, p. 172-178 en in: Jeroen Brouwers, Vlaamse leeuwen. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1994, p. 394-399).
Brulez 1961 | Raymond Brulez, ‘Literaire prijzen in Vlaanderen. Hugues Pernath – de nieuwe Arklaureaat van het Vrije Woord’, in: Het Parool, 20 mei 1961.
Buelens 2001 | Geert Buelens, Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie. Nijmegen/Gent: Vantilt/KANTL, 2001. [p. 848-855]
Buelens 2012 | Geert Buelens, ‘‘Liever een dweper dan een onverschillige’. Pernath als 68-er’, in: Yves T’Sjoen, Els Van Damme & Lynn Custers (red.), ‘Jarig in mijn schitterend woord’. Opstellen over Hugues C. Pernath. Gent: Academia Press, 2012, p. 41-62.

C

Caals 1997 | Myriam Caals, De acht hoofdzonden van Hugues C. Pernath: een kaleidoscopische analyse. Leuven, 1997. (Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, KUL, Faculteit letteren)
Calis 1964 | Piet Calis, ‘Hugues C. Pernath’, in: Gesprekken met dichters. Den Haag: Bakker-Daamen, 1964, p. 181-194.
Conrad 1976 | Patrick Conrad, Hugues C. Pernath. Antwerpen-Amsterdam: De Nederlandsche Boekhandel, 1976, 40 p. (Monografieën over Vlaamse Letterkunde 54)
Copmans 1977 | Willy Copmans, ‘Schrijven om te genezen van de beschavingsziekte’, in: Creare, 6 (1977) 2 (maart-april), p. 24-27.
Custers 2011 | Lynn Custers, In het geratel van het wiel van de waanzin. Oorlog en trauma in de poëzie van Hugues C. Pernath. Gent, 2011. (Onuitgegeven masterverhandeling, Universiteit Gent, Faculteit letteren en wijsbegeerte)
Custers 2012 | Lynn Custers, ‘‘Adem die kreet moest worden’. Oorlog en trauma in de poëzie van Hugues C. Pernath’, in: Yves T’Sjoen, Els Van Damme & Lynn Custers (red.), ‘Jarig in mijn schitterend woord’. Opstellen over Hugues C. Pernath. Gent: Academia Press, 2012, p. 85-104.
Custers | Zie ook: T’Sjoen, Van Damme & Custers 2012.
Custers & T’Sjoen 2013 | Lynn Custers en Yves T’Sjoen, ‘A Traumatheoretical Reading of Hugues C. Pernath’s War Poetry’, in: Journal of Literary Studies. Special Issue: Mending Wounds: Healing, Working Through, or Staying in Trauma? L. Kella, D. Watson en M. Williams (eds.). Routledge/UNISA Press, 29 (2013) 2 (June), p. 117-132. Url: <http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/02564718.2013.777147>.

D

De Beul 1979 | Hilde De Beul, ‘De acht hoofdzonden’ – Hugues C. Pernath. Een thematische analyse. Leuven, 1979. (Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, KUL, Faculteit wijsbegeerte en letteren)
De Geest 2012 | Dirk De Geest, ‘‘Treursoldaat’. Soldatenbrieven van Hugues C. Pernath en Paul Snoek, een halve eeuw later’, in: Yves T’Sjoen, Els Van Damme & Lynn Custers (red.), ‘Jarig in mijn schitterend woord’. Opstellen over Hugues C. Pernath. Gent: Academia Press, 2012, p. 23-40.
De Geest & Peeters 1995 | Dirk De Geest en Patrick Peeters, ‘Zo zal ik zingen, zacht / en zonder zang. Een confrontatie met het werk van Hugues C. Pernath’, in: Dirk De Geest en Patrick Peeters (sam.), Bloemlezing uit de poëzie van Hugues C. Pernath. Gent: Poëziecentrum, 1995, p. v5-51. (Dichters van nu 5)
De Jong 1965 | Martien de Jong, ‘Mijn eindelijk teken adem… Over Hugues C. Pernath’, in: Yang, 3 (1965-1966) 16 (november 1965), p. 38-41.
Demedts 1982 | Lieven Demedts, ‘De hermetische heremijt’, in: Yang, 18 (1982) 105 (april), p. 88-89.
Demets 1995 | Paul Demets, ‘Geen ander oor’, in: Knack, 25 oktober 1995.
De Neef 1974 | Zie: Bartosik & De Neef 1974.
Depeuter 1967 | Frans Depeuter, ‘De ontmaskerde man’, in: Heibel, 2 (1966-1967) 6 (1967), p. 3-7.
De Potter 2011 | Linde De Potter, Gecensureerden? Wij zijn het allemaal’. Poëtisch protest in ‘Aan de gecensureerden’ van Hugo Claus en ‘Index-gedicht 42-44’ van Hugues C. Pernath op de Anti Censuur Protest Read In (1968). Gent, 2011. (Onuitgegeven masterproef, Universiteit Gent, Faculteit letteren en wijsbegeerte)
De Potter 2012 | Linde De Potter, ‘Poëtisch protest in de Vlaamse sixties. Hugues C. Pernaths engagement in ‘Index-gedicht 42-44’ op de Anti Censuur Protest Read In (1968)’, in: Yves T’Sjoen, Els Van Damme & Lynn Custers (red.), ‘Jarig in mijn schitterend woord’. Opstellen over Hugues C. Pernath. Gent: Academia Press, 2012, p. 63-84.
De Vos 1977 | Luk De Vos, ‘Hugues C. Pernath, “Ik treur niet, geen tederheid trekt mij aan”’, in: Luk De Vos, Cursorisch lezen. Hier moesten stenen staan maar staan letters. Brussel/Den Haag: Manteau, 1977, p. 35-38.
De Vree F. 1965 | Freddy De Vree, ‘Het geval: Hugues C. Pernath’, in: Nul, 3 (1965) 9 (augustus), p. 107-108.
De Vree F. 1966 | Freddy De Vree, ‘“Mijn gegeven woord” van Hugues Pernath’, in: Vooruit, 7 april 1966.
De Vree F. 1975 | Freddy De Vree, ‘In memoriam Hugues C. Pernath, 1931-1975’, in: Gedicht, 2 (1975) 8, p. 2-10.
De Vree F. 1980a | Freddy De Vree, ‘Dichter Pernath herdacht met ijselijk document’, in: NRC Handelsblad, 3 juni 1980.
De Vree F. 1980b | Freddy De Vree, ‘De stroeve tederheid’, in: NRC Handelsblad, 21 november 1980.
De Vree F. | Zie ook: Lowet de Wotrenge & De Vree F. 1976.
De Vree P. 1960 | Paul De Vree, ‘Pernath, De adem ik’, in: De Tafelronde, 6 (1960-1961) 3-4 (april-juni 1960), p. 148-149 (ook in: Paul De Vree, Close-up der Vlaamse dichtkunst van nu. Antwerpen: De Tafelronde, 1960, p. 23-24. (Otosilbenreeks 6)).
De Vree P. 1961 | Paul De Vree, ‘Pernath, Het masker man’, in: De Tafelronde, 7 (1961-1962) 2-3 (1961), p. 106-107.
De Vree P. 1968 | Paul De Vree, Onder experimenteel vuur: transit, documenta, vademecum voor de Vlaamse experimentele poëzie 1953-1967. Brugge/Antwerpen: De Galge, 1968.
De Vree P. 1980 | Paul De Vree, ‘Verzameld werk’, in: Elseviers Magazine, 22 november 1980.
Durnez 1975 | Gaston Durnez, ‘Denkend aan Pernath’, in: De Standaard, 27 juni 1975.

E

Ekkers 1977 | Remco Ekkers, ‘Hugues C. Pernath. Staren voor het sterven’, in: Poëziekrant, 1 (1977) 4, p. 5.

G

Geeraerts 1969 | Jef Geeraerts, ‘Interview met H.C. Pernath: “De dichter heeft geen boodschap, hij deelt slechts mee”’, in: Elsevier, 29 november 1969, p. 135-137.
Gerits 1976 | Joris Gerits, ‘Een lectuur van H.C. Pernath’, in: Streven, 43 (1976) 5 (februari), p. 427-436.
Gerits 1978 | Joris Gerits, ‘De bekroning van de stilte. Een posthume staatsprijs voor Hugues C. Pernath’, in: Streven, 45 (1978) 7 (april), p. 627-633.
Gerits 1980a | Joris Gerits, Hugues C. Pernath. Een syntactisch-stilistische en thematische analyse van zijn dichterlijk œuvre. Leuven, 1980. (Onuitgegeven doctorale dissertatie, KUL, Faculteit wijsbegeerte en letteren)
Gerits 1980b | Joris Gerits, ‘Alles zegt weinig, maar niets niet genoeg. Een exploratie van Pernaths mens- en wereldbeeld’, in: Jeugd en Cultuur, 25 (1980-1981) 5 (1980), p. 209-231.
Gerits 1981 | Joris Gerits, ‘Pernaths poëtisch œuvre: tussen communicatie en creatie’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 34 (1981) 3 (mei-juni), p. 435-456.
Gerits 1982 | Joris Gerits, ‘Tweemaal Mantis’, in: Heibel, 16 (1981-1982) 3 (1982), p. 66-77.
Gerits 1983 | Joris Gerits, ‘Ongrammaticaliteit als poëtisch procédé in het œuvre van H.C. Pernath (1931-1975)’, in: Fr. Daems en L. Goossens (red.), Een Spyeghel voor G. Jo Steenbergen. Huldealbum aangeboden bij zijn emeritaat. Leuven-Amersfoort: Acco, 1983, p. 119-126.
Gerits 1985 | Joris Gerits, ‘Pernaths meervoudige uittocht’, in: Diogenes, 2 (1985) 5 (mei), p. 193-205.
Gerits 1986 | Joris Gerits, ‘Pernaths ambivalente staat’, in: De Standaard, 6 december 1986.
Gerits 1987 | Joris Gerits, ‘Het oor van Pernath’, in: Hugues C. Pernath. Stem en tegenstem. Keuze en nawoord Joris Gerits. Leuven: Kritak, 1987, p. 95-102. (Kritak Klassiek 7)
Gerits 1988a | Joris Gerits, ‘De dichter is een doorkijkman’, in: De Brakke Hond, 5 (1988) 20, p. 32-34.
Gerits 1988b | Joris Gerits, ‘De dichter als ontwerper van zijn (on)begrensd bestaan: de eindigheidservaring in de naoorlogse Nederlandse poëzie’, in: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 42 (1988), p. 109-118.
Gerits 1991a | Joris Gerits, ‘Hugues C. Pernath. Mijn tegenstem’, in: Lexicon van literaire werken. Groningen: Wolters-Noordhoff, 1991.
Gerits 1991b | Joris Gerits, ‘Hugues C. Pernath. November verbond hun begeren en hun beven (1977)’, in: Roland Duhamel (red.), Van aangezicht tot aangezicht. Modelinterpretaties moderne lyriek. Leuven/Apeldoorn: Garant, 1991, p. 169-174.
Gerits 1995a | Joris Gerits, ‘De eindigheidservaring in de poëzie van Gerrit Achterberg, Jos de Haes en Hugues C. Pernath’, in: Roland Duhamel (red.), Over literatuur en filosofie. Grensgevallen en gevallen grenzen. Leuven/Apeldoorn: Garant, 1995, p. 69-77.
Gerits 1995b | Joris Gerits, ‘De liefde, het woord en de vriendschap’, in: Revolver, 22 (1995) 1, p. 9-16.
Gerits 1995c | Joris Gerits, ‘Ook ik dool als een verdwaald personage. Een lectuur van Hugues C. Pernath naar aanleiding van de vijftigste mei’, in: Revolver, 22 (1995) 1, p. 65-70 (gewijzigde en uitgebreide versie van ‘Nonkel Bob en de glimlachende Duitser’, in: De Morgen, 2 juni 1995).
Gerits 1995d | Joris Gerits, ‘Het graf van Pernath’, in: Streven, 62 (1995) 8, p. 727-730.
Gerits 1996 | Joris Gerits, ‘Hugues C. Pernath: de dichter en de stad’, in: Gierik/NVT, 14 (1996) 51 (maart-juni), p. 34-37.
Gerits 2000 | Joris Gerits, ‘Gestremde adel’, in: Lukas De Vos (red.), Een onberaamd verbond. 50 jaar Arkprijs van het Vrije Woord. Antwerpen: De Vrienden van de Zwarte Panter, 2000, p. 99-104.
Gerits 2002 | Joris Gerits, Over een soldaat. Antwerpen: Hugues C. Pernath Fonds, 2002, 32 p. (Pernath uitgave 1)
Gerits 2005 | Joris Gerits, ‘Nawoord’, in: Hugues C. Pernath. Gedichten. Tielt: Lannoo/Atlas, 2005, p. 467-486.
Gerits 2009 | Joris Gerits, ‘In fouten ben ik volmaakt. Over Mijn tegenstem (1973) van Hugues C. Pernath’, in: Dirk De Geest, Marc Van Vaeck en Piet Couttenier (ed.), Ergens beginnen. Bijdragen over Nederlandse poëzie (1967-2009) voor Hugo Brems zijn emeritaat. Leuven: Peeters, 2009, p. 52-59.
Gerits 2011 | Joris Gerits, ‘Hugues C. Pernath. Mijn gegeven woord’, in: A.G.H. Anbeek van der Meijden, Jaap Goedegebuure en M. Janssens (ed.), Lexicon van literaire werken: besprekingen van Nederlandstalige literaire werken, 1900-heden. Groningen: Wolters-Noordhoff, 2011, p. 1-11.
Gerits 2012 | Joris Gerits, ‘‘Geen licht dat moeder heette’. Moeder en zoon in de poëzie van H.C. Pernath’, in: Yves T’Sjoen, Els Van Damme & Lynn Custers (red.), ‘Jarig in mijn schitterend woord’. Opstellen over Hugues C. Pernath. Gent: Academia Press, 2012, p. 13-22.
Gerits 2016 | Joris Gerits, ‘Inleiding’, in: Hugues C. Pernath’s Exodus. Geïllustreerd door Lies van Gasse. Gent: Poëziecentrum, 2016, p. 7-12.
Gerits | Zie ook: Adriaens, Gerits & Willaert 1976.
Gils 1956 | Gust Gils, ‘Plaats voor de jongeren: Hugues C. Pernath: een gesloten deur’, in: Vooruit, 14 januari 1956.
Govaert 1963 | Th. Govaert, ‘Gesloten en gevoelig’, in: De Tijd, 14 augustus 1963.
Gysen 1959 | René Gysen, ‘Hugues C. Pernath. Dichter en dandy’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 13 (1959) 5, p. 547-564.

H

Hertmans 2004 | Stefan Hertmans, Volleerd als maagd. Over de noodzaak van een onmogelijke ethiek. Hugues C. Pernathlezing 2004. Antwerpen: Hugues C. Pernath Fonds, 2004, 24 p. (Pernath uitgave 2)
Hulstaert 1977 | Marleen Hulstaert, Proeve van bibliografie van de dichter Hugues C. Pernath. Antwerpen: Stedelijke Technische Leergangen voor Bibliotheekwezen, 1977.

J

Jespers 1966 | Henri-Floris Jespers, ‘(On)begrijpelijke notities over (on)bekende dichters’, in: F. De Bruyn en O. Timmers (sam.), Vandaag 12. Nieuw werk van Vlaamse en Nederlandse schrijvers. Utrecht: Bruna, 1966, p. 144-150. (ook verschenen als ‘Hugues C. Pernath’, in: Henri-Floris Jespers, Het bed van Procrustes. Schetsen en verkenningen. Antwerpen: Soethoudt, 1978, p. 63-68).
Jespers 1976 | Henri-Floris Jespers, ‘Schrijven en twijfelen’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 29 (1976) 6-7 (juli-augustus), p. 548-553 (ook in: Henri-Floris Jespers, Het bed van Procrustes. Schetsen en verkenningen. Antwerpen: Soethoudt, 1978, p. 63-68).
Jespers 1978a | Henri-Floris Jespers, ‘Hugues C. Pernath: “Mon double defaillant, ma foi.”’, in: Henri-Floris Jespers, Het bed van Procrustes. Schetsen en verkenningen. Antwerpen: Soethoudt, 1978, p. 60.
Jespers 1978b | Henri-Floris Jespers, ‘In memoriam Hugues C. Pernath’, in: Henri-Floris Jespers, Het bed van Procrustes. Schetsen en verkenningen. Antwerpen: Soethoudt, 1978, p. 28-29.
Jespers 1978c | Henri-Floris Jespers, ‘Posthume hulde aan Hugues C. Pernath, Staatsprijs voor de poëzie’, in: Mededelingen van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, 1978, 95, p. 22-26 (ook in: Henri-Floris Jespers, De boog van Ulysses. Antwerpen: Soethoudt, 1983, p. 169-173).
Jespers 1995a | Henri-Floris Jespers, ‘In mijn nacht nadert niemand. Want iedereen tevergeefs’, in: Muziek&Woord, 21 (1995) 248 (juni), p. 48-49.
Jespers 1995b | Henri-Floris Jespers, ‘Pernath en Snoek, Siamese tweelingen?’, in: Deus ex machina, 19 (1995) 72 (maart), p. 3-15.
Jespers 1997 | Henri-Floris Jespers, ‘Klemmen voor Koorddanser. Henri Floris Jespers over Gaston Burssens’, in: Revolver, 24 (1997) 2 (oktober).
Jespers 2004 | [Henri-Floris Jespers], ‘Pernath: verdwaald personage’, in: Mededelingen van het CDR, 2 (2004) 36 (23 november 2004), p. 2-6.
Jespers 2006a | Henri-Floris Jespers, ‘Snoek over Pernath’, in: Mededelingen van het CDR, 3 (2006) 67 (21 maart 2006), p. 4-9 (met wijzigingen ook als: Paul Snoek (1933-1981) over Hugues C. Pernath (1931-1975). Kanttekeningen bij een ongepubliceerd In memoriam. Url: <http://mededelingen.over-blog.com/article-paul-snoek-1933-1981-over-hugues-c-pernath-1931-1975-39100381.html> (10 november 2009); Paul Snoek over Hugues C. Pernath (II). Url: <http://mededelingen.over-blog.com/article-paul-snoek-over-hugues-c-pernath-ii-39100949.html> (11 november 2009).
Jespers 2006b | Henri-Floris Jespers, ‘Snoek over Pernath (slot)’, in: Mededelingen van het CDR, 3 (2006) 68 (5 april 2006), p. 5-10 (met wijzigingen ook als: Paul Snoek over Hugues C. Pernath (II). Kanttekeningen bij een ongepubliceerd In memoriam (II). Url: <http://mededelingen.over-blog.com/article-paul-snoek-over-hugues-c-pernath-ii-39100949.html> (11 november 2009); Paul Snoek over Hugues C. Pernath (slot). Kanttekeningen bij een ongepubliceerd In memoriam (III). Url: < http://mededelingen.over-blog.com/article-paul-snoek-over-hugues-c-pernath-slot-39101110.html> (12 november 2009).
Jespers 2006c | Henri-Floris Jespers, ‘Hugues C. Pernath: de dichter als vertaler’, in: Mededelingen van het CDR, 3 (2006) 69 (21 april 2006), p. 10-14.
Jespers 2006d | Henri-Floris Jespers, De maskers van Melpomene. Pernath en het theater. Hugues C. Pernathlezing 1 juni 2006. Antwerpen: Hugues C. Pernath Fonds, 2006, 64 p. ; ill. (Pernath uitgave 3)
Jespers 2008a | Henri-Floris Jespers, Hugues C. Pernath, 2008. Url: <http://caira.over-blog.com/article-19249915.html> (3 mei 2008).
Jespers 2008b | HFJ [= Henri-Floris Jespers], Dictionnaire des poètes flamands à l'usage des francophones: Hugues C. Pernath, 2008. Url: <http://caira.over-blog.com/article-19271794.html> (4 mei 2008).
Jespers 2009a | Henri-Floris Jespers, Paul Snoek (1933-1981) over Hugues C. Pernath (1931-1975). Kanttekeningen bij een ongepubliceerd In memoriam, 2009. Url: <http://mededelingen.over-blog.com/article-paul-snoek-1933-1981-over-hugues-c-pernath-1931-1975-39100381.html> (10 november 2009).
Jespers 2009b | Henri-Floris Jespers, Paul Snoek over Hugues C. Pernath (II). Kanttekeningen bij een ongepubliceerd In memoriam (II), 2009. Url: <http://mededelingen.over-blog.com/article-paul-snoek-over-hugues-c-pernath-ii-39100949.html> (11 november 2009).
Jespers 2009c | Henri-Floris Jespers, Paul Snoek over Hugues C. Pernath (slot). Kanttekeningen bij een ongepubliceerd In memoriam (III), 2009. Url: <http://mededelingen.over-blog.com/article-paul-snoek-over-hugues-c-pernath-slot-39101110.html> (12 november 2009).
Jespers 2010a | Henri-Floris Jespers, ‘Het land van Pernath’: Jespers over Walter van den Broeck (I), 2010. Url: <http://mededelingen.over-blog.com/article-het-land-van-pernath-jespers-over-walter-van-den-broeck-i-59051984.html> (17 oktober 2010) (met wijzigingen ook verschenen in: Henri-Floris Jespers, ‘Walter van den Broeck over “Het land van Pernath”’, in: Mededelingen van het CDR, 7 (2010) 165-166 (30 december 2010), p. 4-8).
Jespers 2010b | Henri-Floris Jespers, Het land van Pernath (II), 2010. Url: <http://mededelingen.over-blog.com/article-het-land-van-pernath-ii-59738937.html> (27 oktober 2010) (met wijzigingen ook verschenen in: Henri-Floris Jespers, ‘Walter van den Broeck over “Het land van Pernath”’, in: Mededelingen van het CDR, 7 (2010) 165-166 (30 december 2010), p. 4-8).
Jespers 2010c | Henri-Floris Jespers, Het land van Pernath (III), 2010. Url: <http://mededelingen.over-blog.com/article-het-land-van-pernath-iii-59804469.html> (28 oktober 2010) (met wijzigingen ook verschenen in: Henri-Floris Jespers, ‘Walter van den Broeck over “Het land van Pernath”’, in: Mededelingen van het CDR, 7 (2010) 165-166 (30 december 2010), p. 4-8).
Jespers 2010d | Henri-Floris Jespers, Jespers: Het land van Pernath (slot), 2010. Url: <http://mededelingen.over-blog.com/article-henri-floris-jespers-het-land-van-pernath-slot-60190820.html> (3 november 2010) (met wijzigingen ook verschenen in: Henri-Floris Jespers, ‘Walter van den Broeck over “Het land van Pernath”’, in: Mededelingen van het CDR, 7 (2010) 165-166 (30 december 2010), p. 4-8).
Jespers 2010e | Henri-Floris Jespers, ‘Walter van den Broeck over “Het land van Pernath”’, in: Mededelingen van het CDR, 7 (2010) 165-166 (30 december 2010), p. 4-8.
Jespers 2012 | Henri-Floris Jespers, ‘Geïllustreerde gedichten of geannoteerde plastische indrukken?. Parafernalia’, in: Yves T’Sjoen, Els Van Damme & Lynn Custers (red.), ‘Jarig in mijn schitterend woord’. Opstellen over Hugues C. Pernath. Gent: Academia Press, 2012, p. 5-12.
Jonckheere 1959 | Karel Jonckheere, ‘Het uur Marat / De adem ik’, in: Lektuurgids, 6 (1959) 6-7, p. 180.
Jonckheere 1961 | Karel Jonckheere, ‘De Arkprijs 1961. (Toespraken van Hubert Lampo, Herman Teirlinck en Karel Jonckheere. Met een dankwoord van Hugues C. Pernath)’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 14 (1960-1961) 10 (1961), p. 1170-1178.
Jonckheere 1963 | Karel Jonckheere, ‘Inleiding’, in: H.C. Pernath, Instrumentarium voor een winter. Amsterdam/Antwerpen: De Bezige Bij/Ontwikkeling, 1963, p. 7-10.
Jonckheere 1975 | Karel Jonckheere, ‘In memoriam Hugues C. Pernath’, in: De Vlaamse Gids, 59 (1975) 4, p. 4-6.
Joos 1998 | Ruth Joos, De Nacht van Hugues C. Pernath: een close-reading. Leuven, 1998. (Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, KUL, Faculteit letteren)
Joos 2008 | Ruth Joos, Drempeltaal. Een mompelend branden. Hugues C. Pernathlezing 5 oktober 2008. Antwerpen: Hugues C. Pernath Fonds, 2008, 23 p. (Pernath uitgave 4)

K

Klein 1961a | Ben Klein, ‘Over de Arkprijs’, in: Het Kahier, 1961, 17, p. 43.
Klein 1961b | Ben Klein, ‘Manifest’, in: Het Kahier, 1961, 18, p. 42-47.
Klein 1961c | Ben Klein, ‘Pernath, Verstraeten en De Vree’, in: B. Klein, 8 X Klein. Teksten over ‘reine pohesie’. Stockholm: International Press Fuhnberger, 1961, p. 16-20.

L

Lafaille 1981 | Christine Lafaille, ‘Ook ik schreef geen waarheid. Doch ik denk niet dat het een leugen was’. Lezing van de positieve idee in Hugues C. Pernaths poëzie. Gent, 1981. (Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent)
Lampo 1961 | Hubert Lampo, ‘De Arkprijs 1961. (Toespraken van Hubert Lampo, Herman Teirlinck en Karel Jonckheere. Met een dankwoord van Hugues C. Pernath)’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 14 (1960-1961) 10 (1961), p. 1170-1178.
Lowet de Wotrenge & De Vree F. 1976 | Robert Lowet de Wotrenge en Freddy De Vree, ‘Hugues tel qu’on le parle’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 29 (1976) 6-7 (juli-augustus), p. 541-543.

M

Meeuwis & Roosens 1979 | Jan Meeuwis en Erik Roosens, De tien gedichten van de eenzaamheid. H.C. Pernath. Leuven, 1979. (Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, KUL, Faculteit wijsbegeerte en letteren)
Michiels 1996 | Ivo Michiels, ‘Hugues C. Pernath’, in: Revolver, 23 (1996) 1, p. 63-68.

N

Neutjens 1984 | Clem Neutjens, ‘Morgentaal van een vergeefse boom’, in: Clem Neutjens, Methoden als listen. Literatuur analyses. Leuven/Amersfoort: Acco, 1984, p. 109-132.
Nieuw Vlaams Tijdschrift 1997 | Nieuw Vlaams Tijdschrift. Hugues C. Pernath 1931-1975. Samengesteld door Henri-Floris Jespers. Antwerpen: Nieuw Vlaams Tijdschrift / Ontwikkeling Antwerpen i.s.m. Hugues C. Pernath Stichting en Pink Editions & Productions, 1997, 128 p. ; ill. [= Nieuw Vlaams Tijdschrift, 29 (1976) 6-7 (juli-augustus)]

O

Oukhow 1976 | Michel Oukhow, ‘In opdracht’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 29 (1976) 6-7 (juli-augustus), p. 506-515.

P

Peeters 1989 | Patrick Peeters, Ik hoopte, alleen en uitgeput, dat mensen zouden begrijpen’. Een receptiegeschiedenis van Hugues C. Pernath: 1953-1988. Leuven, 1989. (Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, KUL, Faculteit wijsbegeerte en letteren)
Peeters 1995 | Patrick Peeters, ‘Het gebroken lichaam. Drie fragmenten uit de receptiegeschiedenis van Hugues C. Pernath’, in: Revolver, 22 (1995) 1, p. 17-34.
Pepels 1982 | Raf Pepels, De Joodse isotopie in ‘Mijn tegenstem’ en ‘Nagelaten gedichten’ van Hugus C. Pernath: een verklarend onderzoek. Leuven, 1982. (Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, KUL, Faculteit letteren)
Pernath 1961 | Hugues C. Pernath, ‘De Arkprijs 1961. (Toespraken van Hubert Lampo, Herman Teirlinck en Karel Jonckheere. Met een dankwoord van Hugues C. Pernath)’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 14 (1960-1961) 10 (1961), p. 1170-1178.

R

Revolver 1995 | Revolver. Hugues C. Pernath-nummer, naar aanleiding van de twintigste verjaardag van het overlijden van de dichter, samengesteld door Joris Gerits en Gerd Segers. Antwerpen: Revolver, 1995, 75 p. [= Revolver, 22 (1995) 1]
Robert 2011 | Zie: ’ s Heeren & Robert 2011.
Roggeman 1963 | Willy Roggeman, ‘Schierbeek, Pernath en Gils’, in: Vooruit, 11 juli 1963 (ook in: Willy Roggeman, De ringen van de kinkhoorn. ‘s-Gravenhage/Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar, 1970, p. 116-118).
Rombouts & Valvekens 1976 | Tony Rombouts en An Valvekens, ‘Praten met Pernath’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 29 (1976) 6-7 (juli-augustus), p. 554-564.
Roosens 1979 | Zie: Meeuwis & Roosens 1979.
Rutten 1967a | Mathieu Rutten, ‘Diagonaal 1955-1960’, in: M. Rutten, Nederlandse dichtkunst. Achterberg en Burssens voorbij. Kronieken. Tweede bundel. Hasselt: Heideland, 1967, p. 277-298.
Rutten 1967b | Mathieu Rutten, ‘Paul Snoek en Hugues C. Pernath. De siamese tweelingen’, in: M. Rutten, Nederlandse dichtkunst. Achterberg en Burssens voorbij. Kronieken. Tweede bundel. Hasselt: Heideland, 1967, p. 369-391.
Rutten 1967c | Mathieu Rutten, ‘Dichtkunst is spraakkunst’, in: De Vlaamse Gids, 51 (1967) 5 (mei), p. 155-175.

S

Schoolmeester 1979 | Jan Schoolmeester, ‘Mijn tegenstem en Nagelaten gedichten’, in: Kultuurleven, 46 (1979) 7, p. 686.
Schouwenaars 1963 | Clem Schouwenaars, ‘Instrumentarium voor een winter. Beschouwingen bij een verzamelbundel van Hugues Pernath’, in: De Nieuwe Gazet, 17 mei 1963.
’ s Heeren & Robert 2011 | Diane ‘s Heeren en Jan Robert, ‘Literaire militairen. Vijftig jaar Soldatenbrieven van Paul Snoek en Hugues C. Pernath’, in: Zuurvrij, 2011, 21 (december), p. 83-90.
Slothouwer 1987 | Nico Slothouwer, ‘Knallende champagneflessen. Bloemlezing uit de poëzie van H.C. Pernath’, in: NRC Handelsblad, 18 september 1987.
Soetaert 1980 | Ronald Soetaert, ‘Een herdenking van de dichter Hugues C. Pernath. De twijfel als geloof’, in: De Morgen, 30 mei 1980.
Speliers 1976 | Hedwig Speliers, ‘De doolhof van de eenvoud. De vermoedelijke poëtica van H.C. Pernath’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 29 (1976) 6-7 (juli-augustus), p. 488-501.
Speliers 1992 | Hedwig Speliers, ‘De tong van de dichter: een modellenpoëtica’, in: Kruispunt, 33 (1992) 148 (december), p. 83-101.
Spillebeen 1975 | Willy Spillebeen, ‘“Mijn tegenstem” (Hugues C. Pernath)’, in: Ons Erfdeel, 18 (1975) 4, p. 580-584.
Spruytte 2000 | Tom Spruytte, Zo was het woord wat het woord waarlijk betekende. Een analyse van Hugues C. Pernaths ‘Exodus’. Gent, 2000. (Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent)
Spruytte 2001 | Tom Spruytte, ‘Dode dichters hebben makkelijk praten – Het formele maniërisme in Hugues C. Pernaths Exodus’, in: Studia Germanica Gandensia, 2001, 2, p. 27-47.
Spruytte 2002 | Tom Spruytte, ‘Drie manieren om het vuur door te geven. Leonard Nolens over Hugues C. Pernath in ‘De dood van een dichter’: tussen identificatie en aliënatie’, in: Revolver, 29 (2002) 2 (september), p. 75-90.
Sterckx 1973 | P.S(terckx), ‘“Mijn tegenstem” in de Pink-uitgaven. Nieuwe dichtbundel van Hugues C. Pernath’, in: De Nieuwe Gazet, 24 december 1973.

T

Teirlinck 1961 | Herman Teirlinck, ‘De Arkprijs 1961. (Toespraken van Hubert Lampo, Herman Teirlinck en Karel Jonckheere. Met een dankwoord van Hugues C. Pernath)’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 14 (1960-1961) 10 (1961), p. 1170-1178.
Thomas P. 1961 | Piet Thomas, ‘Het beroep op de lezer’, in: Dietsche Warande en Belfort, 106 (1961) 5 (juni), p. 357-361.
Thomas S. 2006 | Sarah Thomas, De nekwonde der ontkroonde taal. Hugues C. Pernath en ethiek. Gent, 2006. (Onuitgegeven masterproef, Universiteit Gent, Faculteit letteren en wijsbegeerte)
T’Hooft 1978 | Jotie T’Hooft, ‘Omtrent Hugues C. Pernath’, in: Kreatief, 12 (1978) 1 (april), p. 106-107.
T’Sjoen 1995 | Yves T’Sjoen, ‘Het heilige gebied van vijand en vriend. Waarheid en stilte in het literaire œuvre van Hugues C. Pernath en Paul Snoek’, in: Revolver, 22 (1995) 1, p. 44-64.
T’Sjoen 1996 | Yves T’Sjoen, ‘Verfrissende odyssee naar Pernath’, in: Ons Erfdeel, 39 (1996) 3 (mei-juni), p. 430-432.
T’Sjoen 2010 | Yves T’Sjoen, ‘Poëzie als schreeuw van het “benauwde in de borst”: Oswiecim-Brzezinka – Pernath aan de hellepoort in Polen’, in: Yves T’Sjoen, Aansporingen. Essays en reflecties. Leuven/Den Haag: Acco, 2010, p. 251-255.
T’Sjoen 2012 | Yves T’Sjoen, ‘‘Een grote, onverklaarbare ode aan de Mens, de myte en het onmogelijke’. Kunstnotities van Hugues C. Pernath in ‘Het Geestesleven’ van Vooruit (augustus 1957-oktober 1960)’, in: Yves T’Sjoen, Els Van Damme & Lynn Custers (red.), ‘Jarig in mijn schitterend woord’. Opstellen over Hugues C. Pernath. Gent: Academia Press, 2012, p. 105-115.
T’Sjoen | Zie ook: Custers & T’Sjoen 2013.
T’Sjoen, Van Damme & Custers 2012 | Yves T’Sjoen, Els Van Damme en Lynn Custers (red.), ‘Jarig in mijn schitterend woord’. Opstellen over Hugues C. Pernath. Gent: Academia Press, 2012, 159 p.

V

Vaerewijck 1976 | Willy Vaerewijck, ‘Den Hug’, in: Impact, 1976, 101 (december), p. 88-90.
Valvekens 1976 | Zie: Rombouts & Valvekens 1976.
Van Bastelaere 1988 | Dirk Van Bastelaere, ‘[Dankwoord bij de uitreiking van de Hugues C. Pernathprijs 1988]’, in: De Brakke Hond, 5 (1988) 20 (december), p. 35-38.
Van Bastelaere 2001 | Dirk Van Bastelaere, ‘Een verrekte zon: over ethiek, negativiteit en atopie in hetwerk van Hugues C. Pernath’, in: Wwwhhoooosshhh. Over poëzie en haar wereldse inbedding. Nijmegen: Vantilt, 2001, p. 145-165.
Van Damme 2012 | Els Van Damme, ‘De kritieken van Hugues C. Pernath in ‘Het Geestesleven’’, in: Yves T’Sjoen, Els Van Damme & Lynn Custers (red.), ‘Jarig in mijn schitterend woord’. Opstellen over Hugues C. Pernath. Gent: Academia Press, 2012, p. 145-152.
Van Damme | Zie ook: T’Sjoen, Van Damme & Custers 2012.
Van den Broeck 2010 | Walter Van den Broeck, Het land van Pernath. Hugues C. Pernathlezing 8 oktober 2010. Antwerpen: Hugues C. Pernath Fonds, 2010, 39 p. (Pernath uitgave 5)
Van der Straeten 2005 | Bart Van der Straeten, ‘Woorden tot de bloedgrens. De gedichten van Hugues C. Pernath opnieuw verzameld’, in: Ons Erfdeel, 48 (2005) 5, p. 766-769.
Van Garrel 1977 | B. van Garrel, ‘Dichter Hugues C. Pernath. De waarheid over de onwaarheid’, in: Hollands Diep, 3 (1977) 12-13 (18 juni), p. 94-97.
Vanhaecke 1978 | Luc Vanhaecke, ‘Hugues C. Pernath: dichter vanuit de bronnen van de eenzaamheid’, in: Literama, 13 (1978-1979) 4 (augustus 1978), p. 128-132.
Van Itterbeek 1966 | Eugène Van Itterbeek, ‘van rutebeuf tot… pernath’, in: De Nieuwe, 20 mei 1966.
Van Steen 2014 | Maxime Van Steen, ‘Het geval Burssens-Pernath. Of hoe poëzie, hardhorigheid en Marilyn Monroe twee dwarsliggers bij elkaar brachten’, in: Zuurvrij, 2014, 26 (juni), p. 14-21.
Velter 2013 | Johan Velter, de pernath-studie, 2013. Url: <https://sfcdt.wordpress.com/2013/03/05/de-pernath-studie/> (5 maart 2013).
Verbrugghen 1975 | Jo Verbrugghen, ‘Lettres flamandes. In memoriam Hugues Pernath’, in: Le Courrier de Gand, 13 juni 1975.
Verbrugghen 1976 | Jo Verbrugghen, ‘La solitude mortelle de l’hérésiarque’, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 29 (1976) 6-7 (juli-augustus), p. 519-526.
Vermeulen 2003 | Julien Vermeulen, ‘Een gedicht van H.C. Pernath’, in: Vlaanderen, 52 (2003) 295 (april), p. 131-132.

W

Walravens 1958 | Jan Walravens, ‘Hugues C. Pernath, of de inleiding tot de zwarte kleur’, in: Algemeen Handelsblad, 20 september 1958.
Walravens 1961 | Jan Walravens, ‘Inleiding’, in: Hugues C. Pernath en Paul Snoek, Soldatenbrieven. Amsterdam/Antwerpen: De Bezige Bij/Ontwikkeling, 1961, p. 9-35. (Literaire pocket serie 69)
Walravens 1965 | Jan Walravens, ‘Gaston Burssens. Van Paul van Ostaijen naar Hugues C. Pernath’, in: De Vlaamse Gids, 49 (1965) 3, p. 200.
Willaert 1976 | Zie: Adriaens, Gerits & Willaert 1976.
Willockx 2006 | Dietlinde Willockx, ‘Geweld en weelde. Gedichten van Hugues C. Pernath’, in: De Tijd, 21 januari 2006.